Naar aanleiding van enkele doorgevoerde en verwachte wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek, waarbij rechtbanken meer mogelijkheden krijgen om te bemiddelen in gerechtelijke geschillen, start de Rechtbank van koophandel te Hasselt vanaf 3 september 2018 met een pilootproject waarbij nieuwe geschillen door de rechtbank gescreend zullen worden op hun “bemiddelbaarheid”. Via een bijzonder protocol worden deze zaken eerst naar een speciale bemiddelingskamer bij de Rechtbank van koophandel verzonden waar, in samenspraak met de advocaten en partijen een bemiddelingstraject kan uitgewerkt worden.Naar aanleiding van enkele doorgevoerde en verwachte wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek, waarbij rechtbanken meer mogelijkheden krijgen om te bemiddelen in gerechtelijke geschillen, start de Rechtbank van koophandel te Hasselt vanaf 3 september 2018 met een pilootproject waarbij nieuwe geschillen door de rechtbank gescreend zullen worden op hun “bemiddelbaarheid”. Via een bijzonder protocol worden deze zaken eerst naar een speciale bemiddelingskamer bij de Rechtbank van koophandel verzonden waar, in samenspraak met de advocaten en partijen een bemiddelingstraject kan uitgewerkt worden.
Aanpassing gerechtelijk wetboek
Op 12 juli 2018 traden verschillende nieuwe wetsbepalingen in het gerechtelijk wetboek (hierna “Ger. W.”) in werking waarmee de wetgever volop inzet op bemiddeling van geschillen.
Volgens het nieuwe artikel 730/1 Ger. W. bevordert de rechter in elke stand van het geding een minnelijke oplossing van het geschil. Volgens art. 731 Ger. W. behoort het bovendien tot de opdracht van de rechter om de partijen te verzoenen.
Tevens is het sedert 12 juli 2018 voor de rechter mogelijk om op verzoek van één van de partijen of zelfs ambtshalve (zonder verzoek van een partij) een bemiddeling te bevelen, tenzij wanneer alle partijen zich daartegen verzetten.
Ook de modaliteiten van de gerechtelijke (en buitengerechtelijke) bemiddeling zijn gewijzigd. Waar documenten en verklaringen die tijdens de bemiddeling werden voorgelegd, voorheen nog automatisch vertrouwelijk waren en zelfs later – indien de bemiddeling zou mislukken – vertrouwelijk bleven, voorziet art. 1728 Ger. W. sinds 12 juli 2018 dat de partijen deze vertrouwelijkheidsplicht met schriftelijke instemming kunnen opheffen en de grenzen ervan zelf kunnen bepalen. Voortaan kan er dus ook bemiddeld worden zonder het risico dat aangewende bewijsstukken daardoor onbruikbaar zouden worden in het kader van een gerechtelijke procedure, mits partijen daarover op voorhand concrete afspraken hebben gemaakt.
Het behoort tot de verwachtingen dat deze wetsbepalingen in de toekomst nog uitgebreid zullen worden waardoor partijen verplicht zouden worden om de rechtbank te informeren op welke manier zij vooraf gepoogd hebben het geschil minnelijk op te lossen. Bovendien zou de rechtbank partijen zelfs kunnen verplichten om een bemiddeling te proberen of daarover een informatiesessie te volgen.
Pilootproject in Hasselt bij ondernemingsgeschillen
De balie van Limburg en de rechtbank van koophandel Antwerpen, afdeling Hasselt willen deze alternatieve methode om geschillen op te lossen promoten en hebben daarom een pilootproject opgestart. De Rechtbank van koophandel te Hasselt zal onder de nieuwe geschillen vanaf 3 september 2018 actief detecteren welke geschillen in aanmerking komen voor bemiddeling en de partijen daarover informeren.
De Rechtbank zal een speciale bemiddelingskamer organiseren, waar de geselecteerde geschillen opnieuw opgeroepen worden en waar uitgebreid bekeken zal worden of partijen gebaat zijn bij een bemiddeling. De selectie van deze dossiers zal o.m. kunnen gebeuren op basis van volgende criteria:
De zorg om de relaties tussen partijen op langere termijn te behouden
De nood om bepaalde gegevens vertrouwelijk te houden
De grote complexiteit van een dossier
Bewijsmoeilijkheden
Proces-economische redenen (wanneer de baten van het dossier mogelijk niet opwegen tegen de kosten ervan)
De behoefte aan en snelle afhandeling
…
De Rechtbank van koophandel engageert er zich toe om het onderzoek naar de “bemiddelbaarheid” van het dossier vlot te laten verlopen. Zo is het ook mogelijk om reeds een procedurekalender te bepalen voor het uitwisselen van conclusies, maar het dossier toch nog op te roepen op de bemiddelingskamer.
Ook de balie van Limburg heeft zich geëngageerd tot het pilootproject en vraagt van de advocaten dat zij in de inleidende akte (bijv. dagvaarding) reeds aangeven welke bemiddelingspogingen er ondernomen zijn en eventuele elementen aanreiken die het voor de rechtbank mogelijk maken om te onderzoeken of het dossier nog voor een alternatieve geschillenbeslechting in aanmerking komt.
Wanneer het dossier geselecteerd wordt als “bemiddelbaar”, dienen de advocaten in het dossier een beknopt antwoordformulier aan de rechtbank te bezorgen, op basis waarvan verder bekeken wordt of een bemiddelaar in het dossier kan worden aangesteld.
Op de bemiddelingskamer kan de rechter zelf een verzoeningspoging ondernemen of een bemiddelaar aanstellen wanneer partijen het ermee eens zijn dat hun geschil minnelijk geregeld kan worden.
Indien partijen en hun advocaten tot de conclusie komen dat hun dossier niet voor bemiddeling in aanmerking komt, wordt een pleitdatum bepaald en verloopt het dossier volgens de traditionele, gerechtelijke weg met een uitspraak door de rechtbank.
Door wetgevende initiatieven en het groeiende vertrouwen in alternatieve geschillenbeslechting zullen mogelijk meer geschillen via een minnelijke oplossing beslecht kunnen worden.
Lorenz VERPOORTEN